MKA

Knappend kaakgewricht

Knappende kaakgewrichten: vooral storend aan tafel.

Bij sommige mensen is er een knappend geluid te horen als ze hun kaakgewrichten bewegen, bv. als ze praten, geeuwen of eten. Alhoewel men zich ongerust kan maken over dergelijke geluiden, is het probleem meestal eerder sociaal storend dan een reëel gezondheidsprobleem. Uitzonderlijk kan het kaakgewricht nochtans pijnlijk worden, blokkeren of kan men moeilijkheden krijgen bij het kauwen.

Geschat wordt dat tussen 30 en 50 procent van de bevolking geregeld last heeft van geluiden in het kaakgewricht.

• Men kan hierbij twee grote vormen onderscheiden.Meestal gaat het om een knappend, klikkend geluid, dat optreedt als men de mond opent of sluit. Het korte, bruuske geluid kan soms angstaanjagend hard klinken en is duidelijk hoorbaar voor omstaanders. Dit knappen treedt vooral op bij mensen tussen 15 en 40 jaar. Het doet zich een vier- tot zesmaal vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
• Soms is er sprake van een zanderig, schurend geluid (crepitatie) dat zich over een groter gedeelte van de kaakbewegingen voordoet. Dit geluid treedt vooral op bij oudere mensen. Het is gewoonlijk het gevolg van artrose van het kaakgewricht, maar kan ook andere oorzaken hebben zoals bv. lokale uitgroeiïngen van het kraakbeen.
• Soms is dit geluid ook voor omstaanders hoorbaar, maar het is vooral hinderlijk voor de getroffene zelf omdat het kaakgewricht vlak bij het oor ligt.
• Artrose van het kaakgewricht doet normaal geen pijn, tenzij het gewricht overbelast wordt. In dat geval kan een lichte ontstekingsreactie ontstaan die pijnlijk kan worden.
Oorzaken

Het kort knappende geluid wordt meestal veroorzaakt door een discus die tijdens het openen van de mond of bij zijwaartse bewegingen voorwaarts geplaatst is en plots terugspringt naar zijn normale positie.

Gewoonlijk kan de mond net voor het knappen iets moeilijker open en voelt men wat hinder. Na het knappen, en met de discus dus in de normale positie, kan de mond opnieuw verder open.

Het kaakgewricht

Het gewricht dat de verbinding maakt tussen de onderkaak en de schedel, is eigenlijk een dubbel gewricht. De gewrichtsruimte is nl. opgesplitst in een bovenste en onderste gedeelte door een kraakbenige schijf, de discus. Deze zit vooraan vast aan een spiertje, is achteraan gefixeerd via enkele bindweefselige banden en zijdelings vastgehecht aan het gewrichtskapsel.

Zo ontstaat een gewricht dat zowel voorwaartse als draaibewegingen toelaat. Het openen en sluiten van de mond, en zeker meer ingewikkelde bewegingen als kauwen, zijn immers een combinatie van draai- en schuifbewegingen.

De discus speelt een belangrijke rol bij het regelen van deze bewegingen en het op elkaar passen van de gewrichtsdelen.

Vroeger ging men er van uit dat de manier waarop de tanden in elkaar passen een belangrijke rol speelt in het ontstaan van de knappende gewrichten. Tegenwoordig beseft men echter dat dit niet het geval is. De tanden van de onderkaak en bovenkaak raken elkaar gemiddeld namelijk slechts een vijftal minuten per dag (bij slikken en eten).

Factoren zoals slappe gewrichtsbanden, overbelasting (bv. onder de vorm van tandenknarsen en het opeenklemmen van de kaken), enz., zijn veel belangrijker in het ontstaan van dit fenomeen.

Knappende geluiden in de kaakgewrichten kunnen zeer eenvoudig vastgesteld worden (bv. met behulp van een stethoscoop). Men kan ook met de vingertoppen voelen hoe de discus verspringt. Het heeft bijgevolg geen zin om voor een knappend gewricht gebruik te maken van hoogtechnologische technieken.

Behandeling

• Indien het knappen geen pijn veroorzaakt, kunt U trachten het te voorkomen door een aantal punten in acht te nemen.Vermijd extreme mondopeningen (bv. oppassen bij geeuwen).
• Het opspannen van de kaakspieren en het opeenklemmen van de tanden bv. bij stress, kan de zaak extra belasten. Andere bezigheden die getuigen van spanningen en de kaak belasten, zijn bv. nagel- en stylobijten.
• Zoek naar andere oplossingen om eventuele spanningen kwijt te raken, bv. via relaxatietechnieken (met eventueel specifieke aandacht voor het ontspannen van de kaakspieren).
• Oefen u in aangepaste kauwtechnieken. Leer met gerichte oefeningen knapvrij te eten. Eet met kleine happen. Beweeg de kaak tijdens het eten vooral open en dicht en vermijd ronde maalbewegingen te maken. Op die manier kunt u het verspringen van de discus grotendeels vermijden.
• Indien het knappen aan één zijde optreedt, eet u best aan die kant waar het geluid zich voordoet.
• Indien de geluiden aan heide kaakgewrichten optreden, kan dit verminderen door te eten met de onderkaak iets naar voren
• Soms zijn oefeningen onder de begeleiding van een kinesitherapeut aangewezen om zich de nieuwe kauwtechnieken eigen te maken.

Indien er achteraan in de mond zowel aan één als aan beide zijden te weinig tanden zijn, kunnen de kaakgewrichten gemakkelijk overbelast worden bij artrose. Een uitneembare of vaste prothese (een kroon of brug op de resterende tanden of soms op ingeplante kunsttanden) kan dit verhelpen.

Wat met een geblokkeerd kaakgewricht?

Soms springt een knappende discus niet meer terug op zijn plaats en blijft hij voor het kaakkopje vastzitten: het gewricht is geblokkeerd. Gewoonlijk kan de mond dan maar een beetje meer open (bv. hooguit 3 cm terwijl dit normaal zo'n 5 cm is). Meestal kan dit verholpen worden zonder een chirurgische ingreep.

Sommige mensen worden 's morgens wakker met een kaakgewricht dat ‘niet goed meewil’, dat vastgekleefd lijkt of enkel terug los te maken is met een pijnlijke knak. Deze verschijnselen wijzen op een neiging tot blokkeren omwille van overbelasting of verkeerde belasting van het kaakgewricht 's nachts.

Het is niet duidelijk of een knappend gewricht een groter risico heeft om plots te blokkeren. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het knappen meestal niet automatisch overgaat in blokkeren en ook dat vele gewrichten plots blokkeren zonder dat er vooraf sprake was van knappen.

Dikwijls kan men het gewricht de eerste malen nog zelf losmaken, bv. door de kin wat heen een weer te bewegen. Het blokkeren heeft echter de neiging om terug te komen en op een gegeven moment schijnbaar definitief te worden.

Een geblokkeerd kaakgewricht doet gewoonlijk pijn doordat de aanhechtingsbanden en de weefsels rond de discus verkeerd belast worden en licht gaan ontsteken.

Diagnose
• Een geblokkeerde discus kan meerdere oorzaken hebben en de aangewezen techniek om hem in beeld te brengen, is de kernspintomografie (UZ-Gezondheidsbrief nr. 53). Op gewone radiologische opnamen is hij immers niet te zien.
• Schurende geluiden in het kaakgewricht kunnen eveneens meerdere oorzaken hebben, zoals bv. artrose of lokale woekeringen van het kraakbeen. Om dergelijke zaken in beeld te brengen, is de computertomografie (CT-scan, UZ Gezondheidsbrief nr. 14) gewoonlijk het best geschikt.
Chirurgisch ingrijpen?

Meestal kan een ervaren arts met manipulaties de geblokkeerde kaak terug losmaken en de geblokkeerde discus weer op zijn plaats krijgen. Een chirurgische ingreep is slechts zelden nodig om het probleem op te lossen, zelfs bij een pijnlijk gewricht.

Gewoonlijk moet men daarna voorzichtig eten en een aantal preventieve maatregelen in acht nemen zoals bij een knappend kaakgewricht om te voorkomen dat het gewricht opnieuw blokkeert. Meestal duurt het enige maanden voor de pijn en de klachten verdwenen zijn. Oefeningen bij een kinesitherapeut en een bijtplaatje kunnen de evolutie ondersteunen.

De blokkering blijft echter de neiging vertonen om terug te komen zodat men steeds aandacht moet blijven besteden aan de preventieve maatregelen.

Bijtplaatje
Mensen die 's morgens geregeld last hebben van een verkleefde kaak kunnen overwegen om 's nachts een bijtplaatje te dragen. Deze prothese uit doorschijnende plastic wordt 's avonds op de tanden geklikt zodat men de kaken niet meer volledig kan sluiten. Het vermindert ook het nachtelijk tandenknarsen. Het bijtplaatje kan zo helpen voorkomen dat de discus 's nachts verkleefd raakt.