MKA

Overkappingsprothese in de bovenkaak

Behandelingen met tandheelkundige implantaten zijn arbeidsintensief, tijdrovend en kostbaar. Het moet dan ook een weloverwogen beslissing zijn om hiertoe over te gaan.

In deze brochure vindt u informatie over de manier waarop tandheelkundige implantaten in de bovenkaak worden toegepast voor het verkrijgen van steun en houvast voor een volledige gebitsprothese.

Deze behandeling wordt overwogen:

Indien een gewone bovenkaakprothese voortdurend loszit vanwege bijvoorbeeld:
• Een zeer sterk geslonken bovenkaak.
• Ongunstige verhoudingen ten opzichte van eigen ondertanden en kiezen.

Om een bovenprothese met een beperkte verhemeltebedekking mogelijk te maken, wanneer het dragen van een gewone bovenprothese met verhemeltebedekking ernstig wordt bemoeilijkt vanwege bijvoorbeeld een extreme kokhalsneiging of mondbranden.

Wat zijn implantaten?
Tanden en kiezen zitten vast met wortels in de kaak. Tandheelkundige implantaten zijn ‘kunstwortels’ van een lichaamsvriendelijk materiaal (titanium).
Deze kunstwortels kunnen door de kaakchirurg via een operatieve ingreep onder het tandvlees in het kaakbot worden aangebracht. Dit gebeurt meestal onder lokale verdoving, maar soms als onderdeel van een uitgebreidere ingreep onder narcose. Door de aangroei van bot tegen de implantaten zijn deze na ruim drie maanden stevig verankerd in de bovenkaak. Na deze periode worden op de implantaten verlengstukjes geschroefd, die door het tandvlees heen uitsteken in de mondholte. Op deze verlengstukjes wordt door de tandarts een bevestigingsconstructie gemaakt, waarmee de gebitsprothese houvast krijgt aan de implantaten.
Wel of geen implantaten?

Niet bij iedereen kunnen zomaar implantaten worden geplaatst. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om implantaten aan te brengen voor houvast van een oud en versleten kunstgebit. Soms wordt daarom besloten om allereerst een nieuwe prothese te vervaardigen van optimale kwaliteit. Hierna worden de resultaten van deze behandeling afgewacht om na enige tijd de noodzaak van plaatsing van implantaten opnieuw te bekijken.

Ook moet voor het plaatsen van implantaten voldoende geschikt kaakbot aanwezig zijn. Om dit te kunnen beoordelen worden er röntgenfoto’s gemaakt. Wanneer er niet voldoende kaakbot aanwezig is, kan het aanbrengen van implantaten in de bovenkaak onderdeel zijn van een uitgebreidere ingreep onder narcose. In dat geval wordt de gang van zaken door de kaakchirurg nog eens in een apart gesprek met u besproken. Vanwege het risico van overbelasting zijn wij ook terughoudend met toepassingen van implantaten bij patiënten die overdag de gewoonte hebben om met de kiezen op elkaar te klemmen of tanden te knarsen.

Daarnaast is uw bereidheid en vaardigheid om een perfecte mondhygiëne in stand te houden van het grootste belang. Roken dient absoluut vermeden te worden! Daarover moet van tevoren absolute duidelijkheid bestaan.

Zodra u een definitieve beslissing heeft genomen om tot behandeling over te gaan, kan het plaatsen van implantaten worden gepland. De vervaardiging van de bevestigingsconstructie en de prothese zal door uw eigen tandarts uitgevoerd worden.

Voorbereidende behandelingen
Sinuslifting

Er blijkt in de bovenkaak vaak onvoldoende bot aanwezig te zijn om zonder meer implantaten te kunnen aanbrengen. De bovenkaak bevat namelijk aan weerszijden een holte, de neusbijholte of sinus. Vaak is de laag bot tussen mondholte en de neusbijholte te dun om implantaten van voldoende lengte te kunnen plaatsen. In dit geval gaat aan het plaatsen van implantaten een uitgebreidere ingreep onder narcose vooraf. U wordt hiervoor in het ziekenhuis opgenomen. Het tekort aan bot wordt dan aangevuld met een transplantaat van botweefsel uit uw heup (bekkenkam). Dit bot wordt aan beide zijden van de neusbijholte aangebracht, die hiermee van onder af gedeeltelijk wordt opgevuld. Vandaar de naam sinuslifting. Tegelijkertijd wordt de bovenkaakwal met het bottransplantaat verbreed. Het duurt drie tot zes maanden voordat dit bottransplantaat met het kaakbot is vergroeid. Daarna worden de implantaten geplaatst.

In het algemeen levert de ingreep weinig napijn op. Soms is er sprake van een wat langer aanhoudende zwelling van het gelaat. Ook een bloeduitstorting kan voorkomen, waardoor het lijkt alsof u twee blauwe ogen heeft opgelopen. De eerste dagen kan het lopen en belasten van de heup waaruit het botweefsel is verkregen, soms enige moeite kosten.

Door de veranderingen in de vorm van de bovenkaak is uw bovengebitsprothese na een sinuslifting niet meer bruikbaar. Enkele weken na de operatie zal desgewenst door de tandarts voor de bovenkaak een tijdelijke noodprothese worden vervaardigd. Bijten of kauwen is hiermee niet toegestaan. De kaak is nog kwetsbaar en mag niet worden belast.

Proefopstelling
Het is belangrijk dat de plaats en stand van de implantaten en de vormgeving van de nieuw te vervaardigen bovenprothese goed op elkaar zijn afgestemd. Soms zal de tandarts daarom van tevoren op een gipsmodel van de bovenkaak een proefopstelling van de tanden en kiezen maken. Hierdoor weet de kaakchirurg wat de meest gunstige plaats en stand is van de aan te brengen implantaten.
Het plaatsen van implantaten
De kaakchirurg verdooft (plaatselijk) het gebied van de bovenkaak waarin de implantaten worden aangebracht (meestal in elke bovenkaakhelft drie implantaten). Nadat de verdoving is ingewerkt, wordt in het tandvlees een snede gemaakt, waarna dit opzij kan worden geschoven (afb. 2). In het kaakbot worden vervolgens enkele gaten geboord, die qua vorm en grootte precies overeenkomen met de afmetingen van de implantaten (afb. 3). De implantaten worden in de boorgaten aangebracht en het tandvlees wordt met enkele hechtingen over de implantaten heen gesloten (afb. 4 en 5). De behandeling duurt in het algemeen ongeveer 60 minuten. In bepaalde gevallen kan deze ingreep ook plaatsvinden onder een algehele narcose. Dit moet besproken worden met uw kaakchirurg.
De bovenlip zal nog twee uur stijf aanvoelen door de verdoving. Het is verstandig om het deze dag verder rustig aan te doen. In het algemeen levert de ingreep weinig napijn en zwelling op. In een enkel geval kan een langer aanhoudende zwelling optreden.
Geneesmiddelen
De kaakchirurg zal u voorschriften meegeven voor een pijnstiller, een mondspoelvloeistof en een antibioticum. Dit om ontstekingen te voorkomen en de genezing van de wonde te bespoedigen. Om dit goed te verduidelijken krijgt u hierover een overzichtsformulier mee.
De nazorg

De implantaten mogen gedurende drie tot zes maanden na de ingreep niet worden belast! De bovenprothese mag tenminste twee weken niet worden gedragen om het wondgebied waar de implantaten zijn aangebracht te ontzien. Na twee weken worden de hechtingen verwijderd. Als het mogelijk is, wordt de bovenprothese zodanig aangepast dat u deze af en toe kunt dragen zonder dat de implantaten teveel worden belast. Draag de bovenprothese echter zo weinig mogelijk. U bent de komende tijd aangewezen op zacht voedsel.

De kaakchirurg maakt met u een afspraak voor het vrijleggen van de implantaten over drie tot zes maanden. Zodra deze datum bekend is, dient u aansluitend bij de tandarts een serie afspraken vast te leggen voor de vervaardiging van de bevestigingsconstructie en de prothese. De tandarts kan hiermee starten vanaf 7-10 dagen na het vrijleggen van de implantaten.

Blootleggen van de implantaten
Na drie tot zes maanden worden de implantaten onder lokale verdoving door de kaakchirurg blootgelegd. Er worden verlengstukjes opgeschroefd, die door het tandvlees heen in de mondholte uitsteken. Vanaf dit moment is het zeer belangrijk om de implantaten en het omringende tandvlees nauwkeurig schoon te houden.
De bevestigingsconstructie en de prothese
De bevestigingsconstructie voor de bovenkaakprothese bestaat meestal uit twee staafverbindingen. Deze worden elk met schroefjes op de verlengstukjes van de implantaten vastgezet. Op de plaats van de staafverbinding bevindt zich in de bovenkaakprothese aan de onderkant een uitsparing met daarin twee of drie klemmetjes. Via deze klemmetjes klikt de prothese vast op de staafverbindingen. De prothese zelf blijft dus uitneembaar, terwijl de staafverbinding op implantaten vast blijft zitten in de mond. Soms bestaat de bevestiging voor de bovenprothese uit enkelvoudige drukknoppen, die op de implantaten worden geschroefd zonder verbinding tussen de implantaten. Het vervaardigen van de bevestigingsconstructie en de gebitsprothese neemt ongeveer acht weken in beslag.
De bevestigingsconstructie en de prothese
De bevestigingsconstructie en de prothese
De bevestigingsconstructie en de prothese
Complicaties en controleafspraken

Ondanks alle zorgvuldigheid is er geen absolute zekerheid te geven dat moeilijkheden uitblijven. Tegen de belangrijkste bedreigingen van implantaten ontsteking van het tandvlees en het omringende bot kunt u zich wapenen door een zorgvuldige mondhygiëne. Een andere bedreiging vormt overbelasting van de implantaten. Om deze redenen wordt alles steeds zorgvuldig gecontroleerd tijdens de verschillende controleraadplegingen. Om dezelfde redenen mag in ieder geval de bovenkaakprothese en bij voorkeur de onderprothese tijdens het slapen niet worden gedragen! Als u tussentijds mocht merken, dat er iets aan de hand is met de implantaten, het omringende tandvlees, de bevestigingsconstructie of de gebitsprothese, kunt u altijd bellen voor een extra controleafspraak.

Mondhygiëne

Om het tandvlees en het bot rondom de implantaten gezond te houden is een perfecte mondhygiëne noodzakelijk. Anders vormt zich tandplak en tandsteen. Hierdoor raakt het tandvlees geïrriteerd en ontstoken en gaat het gemakkelijk bloeden. Bacteriën kunnen dan binnendringen in het weefsel, er treedt botafbraak op, de implantaten gaan los staan en moeten uiteindelijk worden verwijderd met alle gevolgen van dien!

In het begin kan het tandvlees nog er gevoelig zijn bij aanraking. Laat dit u er echter niet van weerhouden om toch de implantaten en het omringende tandvlees te borstelen. De gevoeligheid verdwijnt meestal vanzelf binnen enkele weken.

Consequenties van implantaten in de bovenkaak

U dient de volgende consequenties van de toepassing van tandheelkundige implantaten in de bovenkaak te laten meewegen bij uw beslissing om tot behandeling over te gaan:

• Het bot van de bovenkaak heeft een minder dichte, meer sponsachtige structuur en is, vergeleken met het bot van de onderkaak, minder stevig. Naar de bovenkaak getransplanteerd bekkenbot is ook aanmerkelijk kwetsbaarder dan onderkaakbot. Hierdoor is de aangroei van bot tegen implantaten in de bovenkaak kwalitatief minder goed dan in de onderkaak en is de verankering van de implantaten minder succesvol.

• Voor de bovenkaak gelden gemiddeld succespercentages van 70%, terwijl deze voor de onderkaak 90 à 95% bedragen. Er bestaat dus een reële kans, dat de behandeling niet geheel volgens plan zal verlopen. Van de zes geplaatste implantaten in de bovenkaak kunnen er bijvoorbeeld uiteindelijk slechts vijf of vier bruikbaar zijn voor verankering van de gebitsprothese. Dit hoeft echter nog niet te betekenen dat de behandeling als geheel zal mislukken. Het vraagt van u echter wel enige risicobereidheid, niet alleen mentaal, maar ook financieel. Als er een implantaat vroegtijdig verloren gaat, zullen er immers extra kosten zijn wanneer er een tweede poging tot plaatsing van een implantaat wordt ondernomen en/of de bevestigingsconstructie en de prothese moeten worden aangepast.

• De behandeling beslaat al met al een vrij lange periode. Zonder sinuslifting strekt de behandeling zich uit over zes tot negen maanden. Met een sinuslifting duurt de behandelperiode ongeveer een jaar.

• U moet zich realiseren dat u na een sinuslifting enkele weken geen bovengebit mag dragen; Dit geldt ook gedurende ongeveer tien dagen na plaatsen van de implantaten.

• U zult maandenlang niet echt goed kunnen kauwen en aangewezen zijn op zacht voedsel. De ervaring leert dat het geduld en uithoudingsvermogen van de meeste mensen wat dit betreft behoorlijk op de proef worden gesteld.

• Met de toepassing van tandheelkundige implantaten in de bovenkaak bestaat minder ervaring dan met die in de onderkaak. Langetermijn resultaten zijn voor deze behandeling helaas nog niet bekend; Zoals bij elke behandeling geldt ook hier, dat de risico's alsook de mentale en financiële belasting van de behandeling moeten opwegen tegen de problemen met het dragen van en gewone bovenprothese en het beoogde resultaat : een vastzittende bovenprothese.

Wie betaalt het?
Uw ziekenfonds komt niet tussen in de chirurgische kosten. Misschien is er wel een tussenkomst via uw eventuele aanvullende verzekering. Voor de prothetische onkosten dient u uw tandarts te raadplegen.
Vragen

Aarzelt u niet om vragen te stellen. Het maken van een extra controleafspraak bij de tandarts of kaakchirurg kan eventuele onduidelijkheden ophelderen, misverstanden voorkomen en u eventuele teleurstellingen achteraf besparen!