MKA

Tandenklemmen of knarsen

"Tandenknarsen of -klemmen" - Niet wachten tot ze op zijn!

Snurken is niet het enige wat bedgenoten ’s nachts de muren kan opjagen. Sommige mensen knarsen namelijk zo fel met hun tanden dat ze tot enkele kamers ver te horen zijn. Tandenknarsen kan de tanden ook op korte tijd zeer ernstig beschadigen. Het is bijgevolg meer dan wenselijk dat er tijdig ingegrepen wordt, maar een definitieve oplossing is nog niet in zicht.

Het is niet gemakkelijk om een duidelijk zicht te krijgen op het aantal mensen dat last heeft van tandenknarsen, noch op hoe vaak en hoe fel ze knarsen. Zelf weten ze het immers meestal niet en hun partners weten het ook alleen maar als ze er 's nachts van wakker worden.

Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 60% van de volwassenen tijdens de slaap kauwbewegingen maakt.

Het aantal dat effectief knarst of klemt ligt echter veel lager. Volgens schattingen zou dit voorkomen bij 14 tot 20 % van de kinderen. Bij volwassenen zou dit iets lager liggen: van 6 tot 20 %. Na de leeftijd van 50 jaar lijkt het aantal nog verder te dalen.

Vrouwen hebben vaker last van klemmen dan mannen. Voor het knarsen ziet men geen verschil.

Ongeveer de helft van de mensen met pijnlijke kaakspieren of gewrichten klemt of knarst ook.

Daarnaast ontwikkelt niet iedereen die knarst of klemt ook pijn of kaakproblemen.

Diagnose

De diagnose van tandenknarsen is niet gemakkelijk. Het verlies van tandweefsel kan ook door andere zaken dan knarsen veroorzaakt worden. Bv. door als tic op een voorwerp te bijten of veel zure (fris)dranken te drinken.

Bovendien is het aan de hand van een inspectie van het gebit of modellen van de mond, moeilijk uit te maken of deze slijtage recent is , dan wel uit een verder verleden stamt.

Tegenwoordig kunnen tandenknarsers ook onderzocht worden in een slaaplaboratorium. Daarbij kunnen een aantal factoren geregistreerd worden, zoals de activiteit van de spieren (mond, benen en armen), van de hersenen en de kracht waarmee geknarst wordt. De bewegingen van de mond kunnen ook op video opgenomen voor onderzoek nadien.

Oorzaak blijft onbekend

Er zijn reeds tal van oorzaken naar voor geschoven als mogelijke verklaring van het tandenknarsen en klemmen, maar geen enkele voldoet echt en de meeste zijn reeds stevig weerlegd. Zo dacht men ooit dat knarsen bij kinderen een normaal gedrag was om te wennen aan het nieuwe en groeiende gebit. “Knarsen” wordt echter ook vastgesteld bij zeer kleine kinderen nog voor ze tanden hebben.

Deze veronderstelde oorzaak biedt bovendien geen enkele verklaring waarom tandenknarsen blijft voortduren wanneer kinderen ouder worden en wel gewend geraakt zijn aan hun gebit.

Een slechte plaatsing van de tanden vormt evenmin een verklaring. Tandenknarsen en klemmen treedt zowel op bij perfect als minder goed in mekaar passende tanden.

Tegenwoordig gaat men ervan uit dat het knarsen en klemmen samenhangt met slaapstoornissen en dat de oorzaak gezocht moet worden in bepaalde hersenprocessen. Of het om normale of abnormale hersenprocessen gaat, is echter nog niet uitgeklaard.

Stress en bepaalde persoonlijkheidskenmerken spelen ongetwijfeld ook een rol, maar deze lijkt veel kleiner te zijn dan algemeen wordt aangenomen. Zo wordt ooit gesuggereerd dat tandenknarsers perfectionisten zouden zijn of sneller last zouden hebben van agressief of angstig gedrag.

Onderzoek heeft echter niets in die richting kunnen bewijzen. Veel helderheid in deze problematiek heeft men alvast nog niet.

Schade en klachten

De krachten die bij nachtelijk knarsen en klemmen op de tanden uitgeoefend worden, zijn aanzienlijk groter dan wanneer men overdag de tanden stevig op elkaar klemt. Overdag treedt er een soort van automatisch beschermingsmechanisme in werking wanneer men hard op de tanden bijt.

's Nachts valt dit mechanisme echter weg. Dit kan verschillende nadelige gevolgen hebben voor het gebit, de kaakspieren en–gewrichten en zelfs voor het leven van een koppel

Irritatie
Het geluid van tandenknarsen kan uitermate irriterend zijn. Sommige partners beschrijven het als “even leuk als met een nagel over een schoolbord krassen. Het geluid is vaak ook zeer fel en hoorbaar tot in andere kamers.
Klemmen

Sommige mensen knarsen niet, maar klemmen de kaken sterk op mekaar. De indruk bestaat dat de problematiek van klemmen en knarsen dicht bij elkaar ligt, alleen veroorzaakt klemmen minder tandschade en geen lawaai, waardoor het misschien ook minder gemakkelijk opgemerkt wordt.

Klemmen kan ook spierpijn, hoofdpijn en gewrichtsklachten veroorzaken.

De behandeling ervan loopt min of meer parallel met deze van tandenknarsen.

Sleet
Tijdens het knarsen schuren de tanden over elkaar waardoor ze sneller slijten dan normaal. Bij sommige mensen is deze slijtage zeer indrukwekkend. (fig.1) De tanden kunnen op sommige plaatsen nagenoeg volledig weggesleten zijn.
Inkepingen
Een weinig gekend mechanisme van slijtage is de afbrokkeling hoog op de tand die het uitzicht heeft van een inkeping in de vorm van een halve maan (fig.2). Deze inkeping ontstaat door (zijdelingse) krachten op de tand die de structuur van het glazuur vernielen en dat daardoor gaat afbrokkelen.
Gebroken tandsyndroom
Bij verzwakte tanden kan de tandkroon of wortel breken en hevige pijn veroorzaken. Dit probleem is vaak erg moeilijk op te sporen.
Losse tanden
Bij een heen- en-weer gaande beweging (wiggelend) wordt een bestaand ontstekingsproces rond de tand (parodontitis) waarschijnlijk verergerd, zodat deze los kan komen staan en in het slechtste geval verloren gaat.
Botverlies
Bij mensen met tandimplantaten (een titaniumschroef in het kaakbeen waarop een kunsttand bevestigd wordt) kan het bot rond de schroef vernietigd worden en langzaam verdwijnen of kan de schroef onder invloed van de kracht breken.
Pijnlijke gewrichten en spieren

Door het overmatig gebruik van de kauwspieren kunnen deze zich te sterk ontwikkelen en verdikken.

Bij sommige mensen gaat tandenknarsen ook gepaard met pijn. Meestal doet deze pijn zich vooral 's morgens voor . Mensen die overdag de tanden vaak onbewust op elkaar klemmen, hebben vooral 's avonds last van pijnlijke kaken.

Behandeling
Tandenknarsen kan momenteel niet 'genezen' worden. Zolang er geen duidelijkheid is op gebied van de oorzaak, is het immers ook moeilijk om dit gedrag ongedaan te maken. Het probleem wordt via verschillende wegen aangepakt, maar over het algemeen met weinig of wisselend succes. Aan het storend gedrag overdag kan relatief gemakkelijk gewerkt worden (zie psychologische behandeling).
Opbeetplaat

De meest toegepaste behandeling voor knarsen is op dit moment de opbeetplaat (fig.3). Deze plaat uit een stevige kunststof die perfect past op de tanden, meestal van de bovenkaak, belet dat de tanden elkaar nog kunnen raken. Een opbeetplaat is relatief goedkoop, gemakkelijk te maken en ze biedt een goede bescherming tegen tandslijtage. Ze is immers zachter dan het tandglazuur zodat verdere slijtage van de tanden grotendeels vermeden kan worden. Er kan nog wel enig geluid merkbaar zijn wanneer de mond dichtgeknepen wordt, maar dit is veel lichter dan vroeger.

Een aantal mensen knarst of klemt minder wanneer ze de opbeetplaat dragen. Een opbeetplaat vormt echter geen definitieve behandeling van dit probleem. Het verdwijnt namelijk niet volledig en wanneer men de plaat niet meer draagt, kan het knarsen terug slijtage geven.

Wegens sleet moet de opbeetplaat na een aantal jaren vernieuwd worden.

Geneesmiddelen
De belangstelling voor de behandeling van tandenknarsen met geneesmiddelen groeit, maar de meeste middelen die tot nog toe getest werden, hebben ofwel teveel ongewenste gevolgen ofwel te weinig effect. Sommige geneesmiddelen, zoals bv. de SSRI's (een soort van antidepressiva), schijnen het knarsen zelfs nog te doen toenemen.
Psychologische aanpak
In een aantal gevallen lijkt hulp van een psycholoog te kunnen bijdragen tot een vermindering van het knarsen. Deze beschikt over verschillende technieken die vooral nuttig zijn voor mensen die overdag knarsen of klemmen. Nachtelijke problemen worden er zelden door verholpen, hooguit wat verlicht.
Zelfregistratie

In de mate van het mogelijke legt men zelf een dagboek aan van het aantal malen dat men knarst (eventueel ook overdag) , de sterkte, de omstandigheden, enz. Dit verscherpt het beeld van de gewoonte en biedt soms ook uitgangspunten voor een verdere behandeling. Soms leidt de zelfregistratie ook al tot een vermindering van tandenknarsen.

Een belangrijke regel is dat de tanden in rust elkaar nooit mogen raken. Enkel bij het eten en bij het slikken mogen de tanden van de boven- en onderkaak met elkaar in contact komen.

Ontspanningstechnieken

Deze vormen een vast onderdeel van de psychologische behandeling van tandenknarsen. Ontspanning kan onder meer aangeleerd worden door de spieren afwisselend op te spannen en vervolgens weer los te laten. Dit verhoogt ook het bewustzijn van de spanning zodat onbewuste momenten van tandenknarsen sneller herkend worden.

Stressmanagement
Langdurige stress leidt vaak tot lichamelijke spanningen, waaronder spanningen in de kaken. Via diverse technieken kan men leren minder gespannen te reageren op mogelijk stress verhogende situaties.
Gedragstherapie
Ook via deze invalshoek kan men trachten het storende gedrag te verminderen, maar er is nog geen duidelijkheid over welke methode hiervoor het meest geschikt is.
Massage en kiné
Mensen met pijnlijke kaakspieren en gewrichten ondervinden dikwijls baat van bepaalde massage en bewegingstechnieken. Het voordeel van deze behandeling is dat men ze kan aanleren en ze nagenoeg waar en wanneer men wil, kan uitvoeren. Deze eigen massage- en bewegingsoefeningen hebben echter niet bij iedereen succes. Bij ernstige spier- of gewrichtspijn, of bewegingsbeperking van de onderkaak, kan ondersteunende kinesitherapie een welgekomen hulp zijn.
Herstel en tandslijtage

De schade bij tandenknarsen kan ronduit indrukwekkend zijn, met bv volledig weggesleten tanden en dit kan reeds op jonge leeftijd optreden. Deze schade kan hersteld worden met al de moderne technieken waarover de tandheelkunde momenteel beschikt.

Belangrijk is wel dat men niet wacht met het consulteren van een tandarts wanneer men merkt dat bv. een kind schade aan de tanden oploopt wanneer het knarst. Indien men echter, zoals algemeen gesteld wordt, minsten eenmaal per jaar bij de tandarts langsgaat voor een controleonderzoek, wordt dit probleem tijdig opgemerkt en kan het ook tijdig behandeld worden.